Let op: Wijziging visserijregels vertraagd !

terug naar overzicht

Dinsdag, 6 maart 2012

De eerder aangekondigde wijzigingen in twee visserijreglementen zijn vertraagd. In plaats van dat deze reglementen zoals was gepland per 1 maart 2012 veranderen, heeft het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie medegedeeld dat het beoogd moment van inwerkingtreding mei 2012 is geworden.

Gesloten tijd voor vissoorten

(art. 2 Reglement minimummaten en gesloten tijden 1985)

Voor sommige vissoorten geldt een gesloten periode. Dit betekent dat je die vissoort in die periode niet in bezit mag hebben. Anders gezegd, vissen van deze soorten moeten na eventuele vangst in de betreffende periode altijd direct in hetzelfde water worden teruggezet.

Let op: bij de gesloten tijden voor vissoorten is dus geen sprake van een verbod om in de betreffende periode gericht op die soort te vissen. Zo'n verbod zou ook niet zijn te handhaven want dit zou eenvoudig zijn te ontduiken door te zeggen dat je op een andere vissoort vist. Ook zou een visser bij zo’n verbod het risico lopen bekeurd te worden als hij per ongeluk zo’n soort in die periode vangt. De gesloten periodes voor vissoorten zijn daarom geformuleerd in de vorm van een directe terugzetplicht voor die soort in een bepaalde periode.

Voor de volgende vissoorten gelden de volgende wettelijke gesloten periodes:

•Snoek: van 1 maart tot en met 30 juni.
•Barbeel, kopvoorn, serpeling, sneep, winde en vlagzalm: van 1 april tot en met 31 mei.
•Snoekbaars en baars*: van 1 april tot aan de laatste zaterdag van mei (IJsselmeer: tot en met 31 mei).
•Beekforel, beekridder, bronforel: van 1 oktober tot en met 31 maart.
•Zeeforel en zalm: het hele jaar.

* art. 2 Reglement minimummaten en gesloten tijden 1985 stelt de gesloten tijd weliswaar vast van 1 april tot en met 31 mei maar op basis van art. 61 Uitvoeringsregeling visserij geldt er een vrijstelling vanaf de laatste zaterdag van mei.

Graskarper moet vanwege zijn speciale functie altijd worden teruggezet. Deze vissoort wordt uitgezet om overtollige plantengroei in het water te beteugelen.

N.B. een visrechthebbende kan als voorwaarde in de schriftelijke toestemming een langere gesloten periode vaststellen voor bepaalde vissoorten. Uiteraard mag de visrechthebbende de wettelijke gesloten periode niet inkorten omdat dat in strijd met de wet zou zijn.

Gesloten tijd aassoorten voor de hengel

Op grond van art. 6 van het Reglement voor de binnenvisserij 1985 in combinatie met art. 61 Uitvoeringsregeling visserij geldt er van 1 april tot aan de laatste zaterdag van mei (voor het IJsselmeer tot en met 31 mei) een wettelijk verbod om in het Nederlandse binnenwater met de hengel met de volgende aassoorten te vissen:

•een worm;
•een dood visje;
•een stukje vis (ongeacht hoe groot);
•slachtproducten;
•alle soorten kunstaas, met uitzondering van kunstvliegen kleiner dan 2,5 cm.

Het verbod geldt niet voor het vissen in de wateren van Walcheren, Schouwen-Duiveland, Tholen en Noord-Beveland, in het kanaal van Zuid-Beveland, in de Haven van Goes, in het Veerse Meer en het Grevelingenmeer en in de met die meren in open gemeenschap staande inhammen, kreken, spranken, killen en gaten. 


N.B. de zager en zeepier zijn geen “worm” dus hiermee mag wettelijk gezien, het hele jaar worden gevist.

Het verbod geldt alleen voor het vissen met een hengel en dus niet voor de peur, terwijl het gebruik van de betreffende aassoorten in het lokvoer ook niet is verboden.

De wettekst maakt geen verschil in soorten kunstaas. Formeel geldt de gesloten tijd dus ook voor kunststof maden, mais et cetera. Dit is vreemd omdat je in de betreffende periode wel met echte maden en mais mag vissen. Dit komt omdat de regeling oorspronkelijk bedoeld is om het vissen op roofvis te voorkomen. Bij het tot stand komen van de regeling bestond er alleen nog maar kunstaas voor het vissen op roofvis. Daarom wordt er in de wettekst geen onderscheid gemaakt in soorten kunstaas. Om geen enkel risico te lopen kan een sportvisser in de betreffende periode beter geen kunstmaden en dergelijke gebruiken maar alleen echte maden.

N.B. een visrechthebbende heeft het recht om voorwaarden te stellen waaronder in “zijn” water mag worden gevist. Een visrechthebbende kan daarom als voorwaarde in de schriftelijke toestemming een langere gesloten periode vaststellen voor het gebruik van bepaalde aassoorten. Dit is bijvoorbeeld gebeurd bij het IJsselmeer en het Markermeer waar de gesloten tijd voor bepaalde aassoorten al eerder ingaat en ook langer duurt dan de wettelijke periode. In de Landelijke Lijst van Viswateren en de Kleine Lijst van Viswateren is de gesloten periode voor deze wateren vastgesteld van 16 maart tot en met 30 juni. Daar is ook te lezen dat er bijzondere voorwaarden gelden voor het in bezit mogen hebben van baars of snoekbaars in de nabijheid van het IJsselmeer.

Voorbeelden

In de maand maart mag er nog worden gevist met kunstaas, een stukje vis of een dood visje. Vang je hiermee een snoek dan moet deze direct worden teruggezet (gesloten tijd voor de snoek). Vang je in deze maand een snoekbaars of baars die voldoet aan de minimummaat dan mag deze snoekbaars of baars in het leefnet worden bewaard en ook worden meegenomen, als de voorwaarden van de toestemming dat tenminste toestaan.

Van 1 april tot aan de laatste zaterdag van mei mag niet met kunstaas, een stukje vis of met een dode vis worden gevist en moet iedere snoek, snoekbaars of baars die eventueel wordt gevangen, direct worden teruggezet (zowel gesloten tijd voor aassoorten als voor de vissoorten snoek, snoekbaars en baars).

Vanaf de laatste zaterdag van mei (einde gesloten tijd aassoorten en einde gesloten tijd voor snoekbaars en baars) mag je wettelijk gezien weer met alle aassoorten vissen en mogen bovenmaatse snoekbaarzen en baarzen worden behouden voor zover de voorwaarden van de toestemming dat toestaan. Snoek moet echter nog steeds direct worden teruggezet (gesloten tijd snoek). Vanaf 1 juli (einde gesloten tijd snoek) zou je wettelijk gezien een snoek mogen behouden. Op grond van de voorwaarden in de toestemming is dit echter vrijwel altijd verboden.

Gesloten tijd vistuigen in alle wateren

Van 1 september tot en met 30 november geldt er een wettelijke gesloten tijd voor het gebruik van diverse vistuigen (art. 32a Uitvoeringsregeling visserij). Het is in deze periode in alle wateren (zee-, kust en binnenwater) verboden om te vissen met:

•de aaldogger;
•de aalfuik*;
•het aalhoekwant**;
•het aalkistje;
•de aalzegen;
•de ankerkuil;
•het electrovisapparaat;
•de peur;
•de visfuik;
•een ander vistuig, niet zijnde een hengel, dat in hoofdzaak gebruikt wordt of bestemd is voor de vangst van aal.

Het is in de periode van 1 september tot en met 30 november ook verboden om één van deze vistuigen voorhanden te hebben op of in de nabijheid van alle wateren (zee-, kust en binnenwater).

* N.B. om het vissen op wolhandkrab mogelijk te maken geldt er vrijstelling voor het gebruik van de aalfuik als daarin een ontsnappingsmogelijkheid (netwerk van minimaal 60 cm.) voor aal is aangebracht en de betreffende visser een controleovereenkomst heeft gesloten met het Productschap Vis. De betreffende visser moet het aantal aangepaste fuiken en de locatie hiervan doorgeven aan het Productschap Vis.


** Er is ook een vrijstelling opgenomen voor het vissen met aalhoekwant voor de zee- en kustvisserij mits het aalhoekwant de bodem niet raakt en de gebruikte haken minimaal 10 millimeter zijn. De vrijstellingen zijn opgenomen in art. 32a van de Uitvoeringsregeling visserij en met een uitgebreide toelichting gepubliceerd in Staatscourant nr. 9712, 24 juni 2010.

De Uitvoeringsregeling visserij is volgens art. 1a van deze regeling gebaseerd op art. 3a van de Visserijwet 1963. Handelen in strijd met de Uitvoeringsregeling visserij betekent dus dat art. 3a Visserijwet 1963 wordt overtreden en dit is op grond van art. 1 van de WED een economisch delict.

Bijvangst tijdens gesloten tijd vistuigen

Aal die in de periode van 1 september tot en met 30 november gevangen wordt met een vistuig dat in die periode wel is toegestaan (bijvangst) moet op grond van art. 32b van de Uitvoeringsregeling visserij direct in hetzelfde water worden teruggezet.

Daarnaast geldt op basis van het tweede lid van art. 32b een verbod van 1 september tot en met 30 november om bij het vissen met vistuigen die in deze periode nog wel zijn toegestaan, aal voorhanden te hebben.

De Uitvoeringsregeling visserij is volgens art. 1a van deze regeling gebaseerd op art. 3a van de Visserijwet 1963. Handelen in strijd met de Uitvoeringsregeling visserij betekent dus dat art. 3a Visserijwet 1963 wordt overtreden en dit is op grond van art. 1 van de WED een economisch delict.

Om u de beste gebruikservaring te kunnen bieden, gebruiken wij cookies. Voor meer inhoudelijke informatie en het onderscheid die wij hier in maken, verwijzen wij u door naar ons Cookie beleid

Accepteer cookies